The Ear Regulars

Jazzflits 220

Tussen de kleine galeries, trendy boetiekjes en dure bars en clubs van de buurt West-SoHo of ook wel South-Village staat de Ear Inn, een van de oudste bars van New York. In 1817 werd het huis gebouwd door meneer James Brown, een handelaar en ondernemer en, zo gaat het gerucht, een assistent van George Washington. Het huis stond aan de oever van de Hudson, maar ligt inmiddels zo’n 200 meter van de kust. Het is opgenomen in het ‘National Register of Historic Places’ en een is belangrijk historisch gebouw voor de stad New York. Over de eeuwen heen is er weinig aan het pand veranderd en het valt op tussen de chique restaurants en dure designer winkels.

Het is half mei en de temperatuur is tijdelijk omhoog geschoten naar 32 graden. Buiten, op het terras van de Ear Inn, zitten we met onze ‘Brooklyn Lagers’ te wachten tot de band weer begint. Een vriendin uit Nederland is op bezoek en deze avond zal ze, wat mij betreft, het ultieme New York gevoel beleven.

Geschiedenis en traditie zijn de redenen voor mij om naar de Ear Inn te komen. Elke zondag nemen de Ear Regulars de bar over met hun traditionele jazz en dixieland. Muziek die in de jaren ‘60 al als ouderwets werd bestempeld, maar nu nog steeds alle gasten in het eetcafé doet juichen en dansen. De Ear Regulars worden enthousiast en kundig geleid door trompettist Jon-Erik Kellso en gitarist Matt Munisteri. Elke week is de bezetting net iets anders en ook de muziek varieert van dixieland, ragtime en andere traditionele jazz stromingen.

De ene week banjo en de andere week ‘rhythm’ gitaar, de ene zondag een klarinettist en de week daarop een saxofonist.

Vanavond bestaat de band uit Jon-Erik Kellso op trompet, Vincent Gardner op trombone, Chris Flory op gitaar en Frank Tate op bas en later zal een violist zich nog bij de band voegen. Echte ‘trad jazz Standards’ komen voorbij zoals ‘I can’t give you anything but love’, ‘Our love is here to stay’ en ‘Tea for Two’.

De bassist en gitarist spelen zo strak en swingend dat je je lichaam niet stil kan houden en de trompettist en trombonist spelen zulke melodische solo’s dat je maar ‘yeah’ en ‘uhu’ wilt blijven roepen.

Uitspattingen van gejuich voor de band worden afgewisseld met aanmoedigingskreten voor de Mets die ondertussen een wedstrijd spelen die wordt uitgezonden op de vele televisies, een gewoonte waar je in Amerika niet aan ontkomt. De muren van de bar hangen vol met vintage reclame posters en borden die aangeven dat de Ear Inn een ‘phone free zone’ is. Vlak naast de ingang staat een houten telefooncel waarin inmiddels een pinautomaat huist. Als de barman weigert twee dronken klanten meer bier te verkopen, ontstaat er haast een kleine ‘bar fight’ en ondertussen spelen de Ear Regulars ‘Lulu’s back in Town’.

De sfeer in het historische drankgelag, het rumoer van de etende en pratende mensen en de swingende muziek geven me een plotseling gevoel van nostalgie naar een tijd die ik nooit heb meegemaakt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *