Jazz Flits 13 September 2015
New York is lekker opgewarmd nu ik weer terug ben. Het suizen van de airconditioners ben ik als prettig gaan ervaren omdat het geluiden van toeters, sirenes en luide muziek wat dempt. Sinds twee jaar slaap ik, ook met koud weer, met de ventilator aan, want dan word ik aanzienlijk minder vaak wakker. Het blijft een heftige overstap van het dorpje Thesinge naar New York City.
Ook het feit dat ik in Thesinge naar een andere kamer kon lopen en daar dan thee kon drinken en dan mijn lege kopje thee in een andere kamer op het aanrecht kon zetten en dan een nieuw kopje thee kon inschenken en dat dan in weer een andere kamer kon opdrinken, voelt op dit moment als een essentiele levensbehoefte. Om aan die levensbehoefte toch enigszins te kunnen voldoen koop ik de komende tijd maar even koffie bij een cafe wat verderop.
Ik heb inmiddels veel respect gekregen voor de gezinnen in mijn buurt die in een maar iets groter appartement wonen dan ik en die het daar de hele zomer met z’n allen uithouden. De kinderen hier zijn vanaf half juni vrij en beginnen na Labor Day weekend in de tweede week van September weer met school. De stad New York doet zijn uiterste best om deze mensen tijdens de zomer te vermaken. Overal worden activiteiten georganiseerd, er worden gratis gezonde lunches uitgedeeld aan kinderen en de openbare zwembaden zijn gratis toegankelijk iedereen. Toch blijft het lastig voor gezinnen met een laag inkomen om opvang te zoeken of vrij te nemen om op vakantie te gaan. Veel kinderen zitten dan ook het grootste deel van de zomer thuis in een klein appartement.
Voor de rijkere mensen die aan de andere kant van de Queens Borough Bridge wonen, is de zomervakantie een heel ander verhaal. De studenten die ik in Manhattan lesgeef, wonen ten eerste al in een huis dat minstens twee keer zo groot is als dat van mijn studenten hier in Astoria, ze hebben een tuin, een balkon, een zwembad, of een buitenhuis ergens Upstate New York. Ten tweede worden de kinderen vaak wekenlang naar een zomerkamp gestuurd. Een jong meisje dat ik piano les geef ging naar wiskunde kamp, hockey kamp en ‘girls camp’. Natuurlijk is het behoorlijk prijzig om je kind naar al die kampen te sturen en het verschil in kwaliteit is groot tussen de duurdere en goedkopere kampen. Dit is een van de redenen waarom er steeds meer kritiek komt op het 180-dagen naar school gaan systeem, het zou het gat tussen rijk en arm nog groter maken. Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen hebben al een kleine achterstand voordat ze aan school beginnen en elke vakantie wordt die achterstand groter…
Omdat ik thuis kom bij zowel studenten in Astoria als Manhatten krijg een beetje van beide werelden mee. Het is erg bijzonder dat er zulke grote verschillen in levensstandaard bestaan binnen een straal van 5 kilometer. Voor de rijke studenten is piano de zoveelste activiteit in het lijstje van wat ze nog moeten doen, terwijl armere studenten pianoles nemen als troost omdat ze dit jaar niet op vakantie kunnen.. En het gekke is dat ik niet kan zeggen wie er gelukkiger is.