Jazz Flits Mei 2015
Weet jij wie de supersterren in Nederland waren in de jaren ’30 of ’40? Ik zou geen enkele naam kunnen noemen… Grote kans dat het aan mij ligt of aan mijn leeftijd, maar hier in New York kent iedereen, jong of oud, Louis Armstrong, de superster van 80 jaar geleden. In Queens staat het Louis Armstrong huis dat ik afgelopen vrijdag eindelijk heb bezocht. In 1943 kocht Louis’ vierde vrouw Lucille het huis voor hen en tegenwoordig trekt het jaarlijks zo’n 15.000 bezoekers. Dat is natuurlijk niet veel voor een museum in een stad als New York, maar je moet er wel bij bedenken dat het huis in de wijk Corona ligt, minstens 40 minuten met de subway vanaf Manhattan.
Corona is in de laatste jaren uitgegroeid tot een echte Latino wijk en naast het Louis Armstrong huis biedt het weinig meer dan goede tacos, tortas en empanadas. Als ik vanaf de subway naar het huis loop, zitten de bewoners op hun veranda begeleidt door een dreunende ‘Latin beat’. Niet helemaal wat je je voorstelt bij de wijk die Louis Armstrong zijn thuis noemde, al woonde er toen der tijd vooral Italianen.
Een gids leidt ons groepje rond door het huis waar Louis Armstrong tot zijn dood in 1971 woonde. Ik verwachtte een tentoonstelling over zijn leven en zijn muziek, maar het draaide vooral om het huis en de inrichting. Nadat ook Lucille overleed heeft er niemand anders in het huis gewoond en alles is precies zoals het was toen Louis Armstrong er woonde. De meubels, de keuken, de vazen, het behang, het tapijt enzovoorts.
Lucille kocht het huis voor 8000 dollar, terwijl Louis op dat moment al wereld beroemd was en half miljoen per jaar verdiende. Maar in plaats van een paleisje met een hek erom koos Lucille een gezinswoning in een wijk waar Louis niet als superster werd behandeld maar als ieders buurman. Ook woonden er veel gezinnen en Louis was dol op kinderen.
Van buitenaf mag het dan geen paleis zijn, maar zodra je binnenstapt zie je dat Lucille er alles aan heeft gedaan om het huis zo perfect mogelijk in te richten. Zo is de badkamer van marmer met 22 karaats gouden doucheknoppen en kranen. De fel blauwe keuken is de hipste die ik ooit heb gezien en heeft een ingebouwde blender en een afwasmachine met een ‘party’ instelling. De slaapkamer heeft een enorme inloopkast met zilver glans papier behangen en Louis zelf was vooral erg blij met zijn persoonlijke studeerkamer met een taperecorder waarmee hij zijn melodieën opnam. De meer dan 700 tapes worden bewaard in de Louis Armstrong Archives in Queens College.
Na de rondleiding van 40 minuten heb ik helaas weinig nieuws geleerd over Louis Armstrong zelf, maar kijkend naar foto’s van hem valt me op dat veel ervan in zijn huis zijn gemaakt. Louis in de studeer, Louis in de badkamer, Louis op de oprit, Louis op de traplift die Lucille voor hem aanschafte vlak na zijn vierde hartaanval, nog nooit ben ik dichter bij een echte superster gekomen dan nu.