Ik zit in een koffie bar in midtown thee te drinken, ik ben op weg naar een gig maar ik ben een half uur te vroeg. Het weer schommelt hier tussen -2 graden en natte sneeuw en 20 graden en zon. Vandaag is het 5 graden, bewolkt en grauw. Ik kijk uit het raam en aan de overkant van de straat zit een man onbeweeglijk in een rolstoel. Hij draagt een capuchon en zit voorovergebogen. Zijn beide benen zijn tot zijn knieën geamputeerd en in de pijpen van zijn joggingsbroek heeft hij een knoop gelegd. De batterij van mijn telefoon is op en dus heb ik niets anders te doen dan te kijken naar de honderden mensen die hem voorbij lopen zonder op of om te kijken. Ik weet dat ik hetzelfde zou hebben gedaan en dat de man mij niet eens was opgevallen als ik hier niet had gezeten. Ik hoop vurig dat er iemand is die stopt en hem vraagt of alles ok is want daardoor zou ik mijzelf een stuk beter voelen over het feit dat ik hier binnen naar hem zit te kijken en niets doe. Maar natuurlijk komt er niemand en het is tijd om op te staan en naar mijn gig te gaan. Ik reken de thee af en loop toch maar even naar de overkant van de straat. Hij zit te slapen en ik bedenk me dat ik niet zou weten wat ik voor hem zou kunnen doen. Een beetje verslagen en hopeloos loop ik door naar de gig en zie er tegenop om de fancy club binnen te stappen met al die rijke mensen en hun cocktails. Mensen denken dat je immuun wordt voor dit soort dingen als je in een stad als New York woont, maar dat ervaar ik niet zo. Elke dag zie ik mensen op straat liggen of in de subway bedelen en het doet me nog net zoveel als 7 jaar geleden. Gewoon je huis uitstappen en de subway nemen voelt soms al als een hele opgave en op sommige dagen hou je weinig energie over voor andere dingen. Maar in deze stad ervaar je de meest extreme high’s en low’s die je op een dag kunt voelen en een half uur later was alle misere weer uit mijn gedachten verdwenen en stond ik op het podium te zingen en te genieten van de geweldige mede-muzikanten en de swingende muziek. Na de gig was mijn gemoedstoestand met 180 graden gedraaid en ik had zin om downtown te gaan naar de jazzclub Mezzrow waar pianist Glenn Zaleski een solo concert gaf. Na afloop zaten we met een grote groep muzikanten te drinken en kletsen aan de bar en speelden jazz standards tot laat in de nacht.
De volgende dag was mijn extreme high van de avond ervoor weer ingestort in een flinke low die zich uitte in een heftige kater. Hopelijk brengt het bord Japanse noedelsoep dat hier nu voor mij staat weer de nodige high in mij naar boven.