Astoria and Astorians

JazzFlits nr. 209, 16/12/2013

Als kind van het Groninger platteland weet ik hoe het is om in een dorp te wonen. Je hebt de dorpsvertegenwoordiger, de dorpsvrijwilliger, de dorpskluizenaar, de leraar op de dorpsschool, de forens en de families die er al generaties lang wonen. Nu ik twee en half jaar op 44th street woon begin ik dezelfde structuur te herkennen in mijn buurt. Ik ben geen ronddwalende student meer en sta als werkende en belastingbetalende burger opeens midden in de samenleving. Ik geef mijn bovenbuurmeisje en de dochter van de afhaalchinees op de hoek pianoles en heb een vaste gig in de Astor Room vijf straten verderop. Tijdens dit optreden ontmoet ik veel nieuwe mensen, vaak buurtgenoten. Na afloop praatten we over de huizenprijzen, waarom de kroeg verderop plotseling is gesloten en wat we van de nieuwe ingang van Kaufman Studios vinden.

Mijn buurt heet Astoria, er wonen ongeveer 225.000 mensen en het is een van de meest diverse wijken van New York en een mengelmoes van Grieken, Italianen, Mexicanen, Brazilianen, Ecuadorianen, Korianen, Arabieren en Colombianen.

Het gebied werd lange tijd bewoond door de Alonquin indianen. De Nederlandse ontdekkingsreiziger en handelaar Adriaen Block was de eerste Europeaan die het in 1614 zag liggen tijdens zijn ontdekkingstocht over de East River. Tot de 19e eeuw stond Astoria bekend als Hallett’s Cove, vernoemd naar de eerste landeigenaar William Hallett die het land in 1659 kocht voor 7 jassen, 14 ketels, een deken en wat kralen. In 1839 werd Hallett’s Cove officieel gesticht door de koopman Stephen Halsey die het hernoemde naar de millionair John Jacob Astor in de hoop hem over te halen de patroon van de wijk te worden. Vanuit zijn zomerhuis, op wat nu 87th street is, keek John Astor uit over de East River, op het naar hem vernoemde deel van Queens, maar zijn gulheid bleef ui op een kleine donatie na. Het verhaal gaat dat hij nooit ook maar een voet in Astoria heeft gezet.

Astoria ontwikkelde zich zonder Astor en tussen 1870 en 1880 kocht William Steinway grote stukken land waarop hij de Steinway & Sons piano fabriek bouwde. Voor zijn werknemers en hun gezinnen stichtte hij, rondom de fabriek, Steinway Village met een school, een kerk en een bibliotheek. De Steinway Library begon met boeken uit William Steinways eigen collectie en is nu ondergebracht bij de Queens Library.

In 1920 opende Kaufman Astoria Studios zijn deuren en werd de grootste filmstudio aan de oostkust van Amerika. Onder andere Sesame Street, The Cosby Show, Men in Black en Stepford Wives zijn er opgenomen. Ook werd MoMA PS1 in 1961 opgericht, een dependance van het museum op 5th avenue en in 1988 werd een nieuw museum geopend  in het Kaufman complex: Museum of the Moving Image.

Astorians zijn trots op hun buurt en worden steeds fanatieker in het uitten hiervan. Ik heb inmiddels een tas aan de kapstok hangen met de opdruk: I ♥ Astoria, ik doe er mijn boodschappen mee. Op het forum van de website astorians.com kun je lekker kletsen over nieuw geopende restaurants, waarom er maandag zo’n ongewoon lange rij voor de bibliotheek stond, welke beroemdheden de afgelopen weken zijn gespot en welke bekende Astorian meer Astorian is: Christopher Walken, Tony Bennett of David Schwimmer.

In mijn appartement op 44th street gaat de bel, ik doe net of ik er niet ben want de dorpsgek staat voor de deur.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *